Middelnederlands home - Naamwoorden

Bijvoegelijke naamwoorden

Net als zelfstandige naamwoorden worden de bijvoegelijke naamwoorden onderscheiden in een groep met een e en een groep zonder. De e is de afgezwakte stamsuffix van de oorspronkelijke Germaanse JA-, JO-, I- en U-stammen.

Er zijn voor de bijvoegelijke naamwoorden net als bij de zelfstandige naamwoorden twee verschillende verbuigingen: sterke en zwakke verbuigingen. Maar in tegenstelling tot het zelfstandige naamwoord kan een bijvoegelijk naamwoord zowel sterk als zwak vervoegd worden. De keuze tussen de twee is afhankelijk van de bepaaldheid van het lidwoord dat er voor staat.

Sterke verbuiging van het adjectief

adjectiva zonder e
adjectiva met e
mannelijk
  enkelvoud meervoud
nom. een out man oude mannen
gen. eens outs mans ouder(e) mannen
dat. eenen ouden manne ouden mannen
acc. eenen ouden man ouden mannen
mannelijk
  enkelvoud meervoud
nom. een
gen. eens
dat. eenen
acc. eenen
vrouwelijk
  enkelvoud meervoud
nom. ene oude vrouwe oude vrouwen
gen. ere ouder vrouwe(n) ouder vrouwen
dat. ere ouder vrouwe(n) ouden vrouwen
acc. ene oude vrouwe oude vrouwen
vrouwelijk
  enkelvoud meervoud
nom. ene scone vrouwe
gen. ere scoonre vrouwe(n)
dat. ere scoonre vrouwe(n)
acc. ene scone vrouwe
onzijdig
  enkelvoud meervoud
nom. een out paert oude paert
gen. eenen outs paerts ouder(e) paerde
dat. eenen ouden paerde ouden paerden
acc. een out paert ouden paert
onzijdig
  enkelvoud meervoud
nom. een
gen. eenen
dat. eenen
acc. een

Zwakke verbuiging van het adjectief

adjectiva zonder e
adjectiva met e
mannelijk
  enkelvoud meervoud
nom. die oude man die oude mannen
gen. des outs mans der ouder(e) mannen
dat. den ouden manne den ouden mannen
acc. den ouden man die oude mannen
mannelijk
  enkelvoud meervoud
nom. die die
gen. des der
dat. den den
acc. den die
vrouwelijk
  enkelvoud meervoud
nom. die oude vrouwe die oude vrouwen
gen. der ouder vrouwe(n) der ouder vrouwen
dat. der ouder vrouwe(n) den ouden vrouwen
acc. die oude vrouwe die oude vrouwen
vrouwelijk
  enkelvoud meervoud
nom. die scone vrouwe die
gen. der scoonre vrouwe(n) der
dat. der scoonre vrouwe(n) den
acc. die scone vrouwe die
onzijdig
  enkelvoud meervoud
nom. dat oude paert die oude paert
gen. des outs paerts der ouder paerde
dat. den ouden paerde den ouden paerden
acc. dat oude paert die oude paert
onzijdig
  enkelvoud meervoud
nom. dat die
gen. des der
dat. den den
acc. dat die