Toen de laatste hindu koning in Delhi verslagen was, liet de islamitische overwinnaar Qutb-ud-din Aybak in 1193 een toren ten zuiden van het toenmalige Delhi bouwen als teken van de overwinning van de islam: de Qutab Minar. Het maakt onderdeel uit van de Quwwat-ul-Islam Majid, de oudste moskee in India. Tegenwoordig is de moskee een ruïne, maar ook als ruïne is de moskee nog steeds indrukwekkend.
Qutb-ud-din Aybak heeft de voltooing nooit meegemaakt. Toen hij in 1210 stierf was pas één van de verdiepingen voltooid. In 1368 werd er nog een koepeltje bovenop gezet, dat echter in 1803 door een aardbeving er weer af viel. 26 Jaar later werd het vervangen door een nieuwe, dat echter van een dermate afwijkende stijl was dat men het blijkbaar geen gezicht vond en na een paar jaar werd het weer verwijderd. De toren staat tegenwoordig een heel klein beetje scheef, maar loopt geen gevaar om te vallen; hij verkeert in een uitstekende staat gezien zijn leeftijd.
De Qutab Minar is bijna 73 meter hoog en bestaat uit 5 secties of verdiepingen met balkons. De eerste drie verdiepingen zijn gemaakt van rode zandsteen, de bovenste twee uit wit marmer. Een wenteltrap in de toren loopt helemaal tot aan de top en tot begin jaren 80 was het mogelijk om de toren te beklimmen. Toen echter een schoolklas in paniek raakte nadat het licht uitgevallen was en er in het daaropvolgende tumult doden vielen, werd de toren gesloten voor het publiek.
De toren is niet alleen de moeite waard om te bekijken vanwege zijn combinatie van hoogte en leeftijd, maar ook vanwege de zeer detailrijke versieringen. De doorsnede is niet zomaar simpel rond, maar lijkt te bestaan uit tegen elkaar aangebouwde hoekige en ronde "stammen". Op gezette afstanden lopen er banden van gebeeldhouwde koranteksten en geometrische ornamenten rond de toren en de verdiepingen worden van elkaar gescheiden door prachtig gebeeldhouwde balkons.
Niet alleen de Qutab Minar, maar ook de restanten van de moskee, de Quwwat-ul-Islam Majid, laten het vakmanschap van weleer zien. De complete façade was versierd. En de moskee was ook niet klein, getuige de afmetingen van de nog staande bogen die de gebedsruimten van de binnenplaats afbakenden.
In 1300 voegde Ala-ud-din de grote zuidelijke poort aan het complex toe. Deze poort is een bezienswaardigheid op zichzelf, maar Ala-ud-din's ambities hielden hier niet op. Terecht staat hij in de geschiedenisboeken als megalomaan beschreven. Afgezien van de poort begon hij ook aan een nieuwe toren die maar liefst twee keer zo hoog moest worden dan de Qutab Minar, d.w.z. meer dan 150 meter! Bij zijn dood in 1316 was deze toren, de Alai Minar natuurlijk nog lang niet af, maar had toch al een imposante hoogte van 27 meter bereikt. En dat was slechts de eerste verdieping.
De binnenplaats van de moskee was omringd door zuilengalerijen, die schaduw en koelte aan de bezoekers boden en dat nog steeds bieden. De zuilen, waarvan er geen twee hetzelfde lijken te zijn, zijn van top tot teen versierd. Opvallend is dat de versieringen geen strakke geometrische patronen volgen zoals dat bijvoorbeeld in de moskeeën van Fatehpur Sikri of de Taj Mahal het geval is. Hier zijn veel meer natuurlijke vormen aanwezig en her en der zijn ook afbeelingen van mensen en dieren te zien.
Één van de meest intrigerende bezienswaardigheden van de Quwwat-ul-Islam Majid is de ijzeren pilaar. De pilaar staat op het binnenplein van de moskee, is 7 meter hoog en eigenlijk niet bijster interessant. Wat wel interessant is, is dat de pilaar voor 98% uit smeedijzer bestaat en maar niet wil roesten. Iets wat nog vreemder is als men bedenkt dat de pilaar nog veel ouder dan de moskee is. Een inscriptie (in sanskriet) leert namelijk dat de pilaar opgericht was ter nagedachtenis aan koning Chandragupta II, een koning uit de Gupta dynastie, die van 375 tot 413 regeerde. Dat betekent dus dat de pilaar maar liefst vijf en een halve eeuw ouder is dan de Qutab Minar of de Quwwat-ul-Islam moskee.