Nederlands Deutsch | ||||||||
奈良Nara | ||||||||
Ten zuiden van Kyoto en ten oosten van Osaka ligt Nara, de oude hoofdstad van Japan. | ||||||||
De belangrijkste toeristische attracties van Nara zijn kort samengevat hertjes en tempels. Ze komen naast elkaar voor in een groot park aan de oostkant van de stad. Op weg naar het park kom je de eerste herten al tegen. Ze hebben iedere schuw voor de mensen verloren. Volgens een legende arriveerde er namelijk op een zekere dag een godheid op precies zo'n hert en sinds die tijd is het natuurlijk not done om die beesten ook maar één haar te krenken. Uiteraard vormen ze ook een toeristische attractie en overal in het park zijn dan ook speciale koekjes te koop om aan de hertjes te voeren. De koekjes zijn meestal gebundeld door middel van een papieren lintje en de herten draaien hun hoeven er ook niet voor om om dat lintje op te eten (eigen waarneming: het dier kruiste mijn pad op weg naar zo'n lintje). | ||||||||
De Nandaimon
Zoals gezegd is de andere toeristische attractie het grote aantal, soms zeer oude, tempels. De belangrijkste is wel de Todaiji (東大寺), naar verluid het grootste houten bouwwerk ter wereld. Om bij de tempel te geraken moet je eerst door twee poorten, waarvan de eerste, de nandai-mon (南大門), al het nodige ontzag inboezemd. De poort dateert uit 1203 (als vervanging van een eerdere poort die door een typhoon verwoest was) en wordt gedragen door 18 houten pilaren van 21 meter hoog. De nok van het dak rijst ruim 25 meter boven de stenen fundering uit. Zoals gewoonlijk bevinden zich in de poort twee bewakers, links en rechts van de doorgangen. Ze worden de Todaiji no ni-o (東大寺の仁王) ofwel de “Twee Koningen van de Todaiji” genoemd. Door hun hoogte van ruim 8 meter en hun vreeswekkende uiterlijk moeten ze wel bijzonder effectief geweest zijn in het afschrikken van kwaadwillende lieden. Tijdens de restauratie in 1988 werden in beide beelden documenten gevonden (uit 1203!) met de namen van de beeldhouwers en werklieden die de beelden gemaakt hadden. | ||||||||
| ||||||||
| ||||||||
Eenmaal door de nandai-mon naderen we een tweede soortgelijke poort. Deze poort is wat kleiner, maar wel serieuzer. Konden we nog links en rechts langs de eerste poort, ditmaal is het een echte poort. Het is een doorgang door een grote muur die het terrein met de grote Buddha zaal omgeeft (en zo de hertjes buitensluit en de toeristen dwingt om een kaartje te kopen). Ook hier vinden we links en rechts van de doorgang twee bewakers. Door de poort heen vangen we een eerste glimp op van de grote hal. Hoewel dan al wel duidelijk is dat de hal groot is, komt de ware grootte nog niet tot zijn recht. Kaartje kopen dus en naar binnen! | ||||||||
De Todaiji
Pas als je er voor staat begin je een idee te krijgen hoe groot het is. Alleen met de rug tegen de kleine poort was ik in staat om de hele hal in één keer op de foto te krijgen. Hier wat getallen:
Op de brede laan die naar de ingang van de hal leidt staat een grote bronzen lantaarn. Hij is meer dan mans hoog en stamt uit de stichtingsdagen van de Todaiji. Rechts van de lantaarn is een klein overkapping met daaronder stromend water waar men zijn handen wast en eventueel zijn mond spoelt, voordat men de hal betreedt. | ||||||||
Wat betreft de architectuur is het interessant om een typisch aspect van dit soort grote bouwwerken op te merken. Kastelen, tempels en andere grote houten bouwwerken werden rond een groot houten skelet van zware balken opgetrokken. Als je de grote hal goed bekijkt zie je dat hij van links naar rechts in een zevental vakken opgedeeld is. De bovenverdieping bestaat uit vijf vakken. De vakken worden van elkaar gescheiden door enorme vertikale houten zuilen die de muren en het dak dragen. Wat betreft de hal van de Todaiji moeten we nog opmerken dat de huidige breedte slechts 60% van de oorspronkelijke breedte is! Nadat hij in 1567 door een grote brand (door oorlogshandelingen) voor de tweede keer totaal verwoest was, werd hij wegens gebrek aan financiële middelen twee maatjes kleiner weer opgebouwd. Pas in 1709 was de hal weer herbouwd. | ||||||||
In de hal van een Buddhistische tempel staat een afbeelding van Buddha in één van zijn vele verschijningsvormen. Een grote hal als deze vereist natuurlijk ook een groot beeld van Buddha, daibutsu (大仏). Voor de ingewijden onder ons: het is een Vairocana Buddha. Het beeld is van brons en werd reeds in 749 na een werk van ruim drie jaar voltooid. De grote hal zelf werd twee jaar later in 751 gereed. Maar het beeld was niet perfect. Al spoedig verschenen er scheuren in de rug en in 855, tijdens een aardbeving, viel zelfs het hoofd eraf. In 1180 brandde de hal voor de eerste keer totaal af, door toedoen van de Taira clan. Ook het beeld liep grote schade op en hoofd en linkerhand moesten hersteld worden. Het beeld was gereed in 1185, de hal tien jaar later in 1195. Na de tweede grote brand in 1567 duurde het maar liefst 129 jaar voor het herstel weer ter hand genomen werd en al die tijd was het beeld aan weer en wind blootgesteld. Tijdens de tweede restauratie werden het hoofd en 18 van de lotusbladeren (Buddha zit namelijk op een lotus) opnieuw gegoten. Dit nu zijn het beeld en de hal die tot op de dag van vandaag bewaard gebleven zijn. Nog tweemaal werden er grootscheepse reparaties uitgevoerd (1906-1912 en 1973-1980). In tegenstelling tot veel andere bouwwerken van cultuurhistorische waarde heeft de Todaiji de tweede wereldoorlog ongeschonden doorstaan. | ||||||||
Ook van dichtbij is er nog veel te zien. Pilaren en dakrand zijn overdadig met houtsnijwerk versierd, en doorgaans bont beschilderd. Iedere verbinding tussen een horizontale drager en steunende pilaar is voorzien van naar links en rechts uitstekende armen die bij de ondersteuning lijken te helpen. | ||||||||
De toeristische route bij binnen komst in de hal is met de klok mee rond de grote Buddha. Links van het grote beeld en links achterin zitten en staan nog enkele meer dan levensgrote beelden van Buddha en een wachter. Loop je verder het rondje dan kom je rechts achter de grote Buddha bij één van de grote dragende zuilen. Deze heeft echter een gat dat dwars door de zuil heen gaat. Het is net groot genoeg om de gemiddelde Japanner er door te laten, kinderen springen er min of meer door heen. De legende verhaalt dat een ieder die er door heen weet te komen sneller zijn verlichting zal bereiken (het doel van elke waarachtige Buddhist is om zich van het lijden te bevrijden, d.w.z. tot verlichting te komen). Het tafereel deed me denken aan een scene uit de Hizakurige, een feuilleton uit het 18e eeuwse Japan, waarin twee zwervende nietsnutten eveneens in een tempel met een zuil met een gat belanden en waar de dikste van de twee natuurlijk klem blijft zitten. (Voor wie geïnteresseerd is in zo'n oud japans boek, hier zie je een aflevering van de Hizakurige). | ||||||||
Voltooien we het rondje rond de Buddha dan komen we aan de rechterkant bij een kraampje uit waar voor fondsen word geworven om het dak opnieuw te restaureren. Tegen betaling van een bescheiden bedrag mag je je naam op een dakpan zetten, die te zijner tijd gebruikt zal worden om het dak opnieuw te dichten. Mijn naam zal er ook bij zijn. Tot slot komt men bij een klein winkeltje alwaar de nodige litteratuur omtrent de tempel en het Buddhisme gekocht kan worden. De meeste feitenkennis op deze pagina stamt uit zo'n boekje dat ik daar gekocht heb. |